Voorwaarde 1: Doelgebruik van de aansluiting
Voorbeelden:
Voorwaarde 2: “Organisatorische eenheid” van de klant
Voorbeeld: De organisatorische eenheid houdt zich in hoofdzaak bezig met een van de activiteiten onder 1.
Voorwaarde 3: Bedrijfsvoering op fysiek geïntegreerde basis
Voorbeeld: De kleinverbruikaansluitingen, zoals bedoeld in de eerste twee criteria hebben hetzelfde doel. Het is als het ware 1 aansluiting.
Voorwaarde 4: Beschikbaar gesteld vermogen van groep aansluitingen ≥ 2 MVA
Het beschikbaar gesteld vermogen is de vermenigvuldiging van de zekeringswaarde en het voltage.