❮ Terug naar Persberichten
- Over Stedin
- Pers en media
- Persberichten
- Uitbreiden net Hoeksche Waard en Dordrecht nodig
Uitbreiden en beter benutten elektriciteitsnet Hoeksche Waard en Zuidelijk Dordrecht noodzakelijk voor nieuwe aanvragen grootschalig terugleveren elektriciteit
Rotterdam, 1 februari 2024
In de Hoeksche Waard en Zuidelijk Dordrecht wordt veel duurzame energie opgewekt door windparken, zonneparken en grootschalige zonnedaken. De versnelde groei van grootschalige zon-op-dakprojecten zorgt ervoor dat de transportcapaciteit voor het terugleveren van opgewekte stroom tegen de grenzen van het elektriciteitsnet aanloopt. Vanaf 1 februari 2024 plaatst regionaal netbeheerder Stedin nieuwe aanvragen voor (extra) grootschalig terugleveren van elektriciteit in de Hoeksche Waard en Zuidelijk Dordrecht daarom op een wachtlijst. Deze aankondiging heeft vooralsnog geen gevolgen voor kleinverbruikers zoals huishoudens en kleine bedrijven die elektriciteit willen terugleveren. Daarnaast heeft het op dit moment geen gevolgen voor nieuwe aanvragen voor (grootschalig) afnemen van stroom.Om meer grootschalige zon-op-dak-projecten, zonneparken en windparken te kunnen laten terugleveren is netuitbreiding van en naar de Hoeksche Waard en Zuidelijk Dordrecht nodig. Landelijk netbeheerder TenneT en regionaal netbeheerder Stedin investeren gezamenlijk ongeveer 200 miljoen euro in dit gebied. Hiermee wordt onder meer een nieuw elektriciteitsstation gebouwd, worden twee bestaande elektriciteitsstations uitgebreid en worden onderlinge verbindingen gerealiseerd. Met deze netuitbreiding kan opgewekte stroom via twee wegen van de Hoeksche Waard naar andere gebieden worden gebracht en kunnen de netbeheerders de energiestromen beter sturen. De werkzaamheden worden voor het grootste deel naar verwachting in 2029 afgerond. Een deel rondom 's-Gravendeel is naar verwachting in 2033 afgerond. Tot die tijd kan het beperken van de hoeveelheid stroom die wordt teruggeleverd op bepaalde momenten ruimte bieden aan nieuwe initiatieven voor het terugleveren van elektriciteit. Hierover gaat Stedin in gesprek met bestaande grote klanten. Dit onderzoek duurt zo’n 6 tot 9 maanden.
Alle benodigde investeringen zijn opgenomen in de investeringsplannen van beide netbeheerders en in het provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (pMIEK) van Zuid-Holland. De netbeheerders zijn met de betrokken gemeenten in gesprek over de benodigde beschikbare ruimte voor het nieuwe station en de kabelverbindingen.
Maarten Bijl, regiodirecteur Stedin:
“De krapte op het elektriciteitsnet wordt helaas op steeds meer plekken voelbaar. Ook in de Hoeksche Waard en Zuidelijk Dordrecht. Dat zegt ook iets over de snelheid waarmee deze gebieden de afgelopen jaren een bijdrage hebben geleverd aan de verduurzaming van onze stroom. Zelfs zo snel dat we nu als netbeheerder de grenzen van het net bereiken. Wij werken natuurlijk hard aan het uitbreiden en verzwaren van onze infrastructuur. Dit kost tijd en vraagt de nodige ruimte. Daarover zijn we in goed gesprek met de betrokken gemeenten, zodat duurzaamheidsinitiatieven zoals grotere zon-op-dak-projecten, zonneparken en windparken kunnen doorgaan. In de tussentijd kunnen we meer ruimte op het stroomnet realiseren voor nieuwe zonnedaken, zonneparken en windparken door het net beter te benutten. Daarom vragen we aangesloten grote klanten in deze gebieden op bepaalde momenten en tegen een vergoeding hun teruglevering van elektriciteit te beperken.”